PKC troefde DVO vorig jaar af in Ahoy, terwijl LDODK en KZ niet verder kwamen dan het halen van de play-offs. Na enkele zomertransfers, een veldseizoen zonder weerstand, een EK en een handjevol oefenwedstrijden beginnen de topteams volgend weekend aan een nieuw seizoen. Voor alle teams die vorig jaar in de play-offs stonden, proberen we nu de belangrijkste vraag voor het Korfbal League-seizoen 2024/2025 te beantwoorden.
PKC/Vertom: In hoeverre is Richard Kunst te vervangen?
PKC is nog steeds de topfavoriet voor het kampioenschap in de Korfbal League. In de laatste vier jaar werd de finale vier keer bereikt en driemaal gewonnen. Er is nu echter één belangrijk verschil met de afgelopen jaren: Richard Kunst speelt niet meer in het witgroene tenue. De beste PKC’er van het laatste decennium keerde terug naar HKC en nu is het aan coaches Wim Scholtmeijer en Jennifer Tromp om het verlies van de Beste Speler van 2024 op de één of andere manier op te vangen. Het moge duidelijk zijn dat Kunst niet te vervangen is door één persoon, maar dat er gekeken zal moeten worden naar een collectieve wijze om zijn gemis te doen vergeten. Qua teamsamenstelling zal Randy Oosting het grootste gedeelte van de speelminuten van Kunst overnemen, maar met zijn druistige speelstijl en matige schotrendement (12,1% en 12,3% op afstandschoten in de afgelopen twee seizoenen) kan niet van hem verwacht worden dat hij ook maar in de buurt van het niveau van Kunst zal komen.
Nee, juist de heren die vorig jaar al bij PKC speelden, zullen een tandje bij moeten schakelen om PKC net zo goed te laten renderen als de laatste jaren. De grootste verbetering mag verwacht worden van Bo Oppe. De international - die recent niet geselecteerd werd voor de EK-selectie - kende een matig eerste seizoen bij de landskampioen. Bij KCC was hij als doelpuntenmaker pur sang vaak onhoudbaar voor tegenstanders, maar in het PKC-shirt kon hij bij lange na niet dezelfde stempel drukken. Het wordt interessant om te zien of dit een kwestie van gewenning is, of dat Oppe in een dynamischer spel simpelweg niet even effectief is als in het “alle-ballen-op-Oppe”-systeem dat KCC hanteerde. Daarnaast mogen de verwachtingen van Arjen van Houwelingen ook worden opgeschaald. Van Houwelingen draait inmiddels al zes jaar mee in het eerste van PKC, maar wanneer de belangen groter worden, vindt “Arie” zichzelf voortdurend terug op de reservebank. Na drie succesvolle invalbeurten in finales wordt het tijd dat Van Houwelingen op basis van zijn spel een plek bij de eerste vier mannen op gaat eisen. Daarnaast zal ook Jorien Jordaan nog de nodige speelminuten krijgen om zich door te kunnen ontwikkelen, maar het lijkt nog te vroeg om te verwachten dat hij in de beslissende fase van het seizoen ook een rol van betekenis zal mogen spelen.
In totaal zijn er dus genoeg mogelijkheden voor interne verbetering aan de herenzijde. Het lijkt onmogelijk om Richard Kunst één op één te vervangen, maar er zijn verscheidene PKC-heren die staan te springen om het fenomeen te doen laten vergeten.
DVO/Transus: Heeft dit team vorig jaar gepiekt?
Een stabiel seizoen met 27 punten, twee overtuigende overwinningen op LDODK in de play-offs, een zaalfinale waarin het zomaar de goede kant op had kunnen vallen, en een veldkampioenschap om het jaar af te sluiten. DVO oogstte vorig seizoen voortdurend complimenten en speelde indrukwekkend, maar had onderaan de streep voor het tweede jaar op rij niet de prijs die ze graag wilden halen: goud in Ahoy. Het is de vraag hoe het vorige seizoen kan worden overtroffen, gezien de weinige veranderingen binnen de selectie. Los van wat geruchten over een mogelijk vertrek van Gertjan Meerkerk is het verrassend rustig gebleven in Bennekom, en het enige verschil t.o.v. vorig jaar is de terugkeer van Barbara Brouwer, die de plek van de inmiddels gestopte - en vorig jaar teleurstellende - Caitlin Keller over zal nemen. Brouwer zal uiteraard een welkome toevoeging zijn voor de groenwitten uit Bennekom, maar hoe groot haar impact wordt zal nog moeten blijken.
Ik denk dat de hoop op verbetering binnen DVO op de schouders ligt van het grootste damestalent van Nederland: Rosalie Peet. De 18-jarige goaltjesdief mocht vorig seizoen haar debuut in de KL maken en werd in de play-offwedstrijd tegen LDODK in Gorredijk zelfs ingewisseld om de overwinning over de streep te trekken. Misschien is het te veel van het goede om te verwachten dat een dame die nog in de junioren mag acteren een rol van betekenis gaat spelen in de strijd om de landstitel, maar als je ziet hoe ontzettend getalenteerd en koelbloedig Peet is, is het lastig om voor te stellen dat dit niet het jaar van haar grote doorbraak gaat worden. Naast de ontwikkeling van Peet heeft DVO nog een voordeel in vergelijking met de andere titelkandidaten van het afgelopen seizoen: alle topspelers zijn nog actief. Zoals eerder benoemd moet PKC het stellen zonder Richard Kunst, en doet LDODK met het vertrek van Erwin Zwart, Marjolijn Kroon en Femke Faber ook een behoorlijk jasje uit.
De terugkeer van routine, een aanstormend talent en een stabiele basis moeten er dit seizoen voor zorgen dat aanvoerder Koen van Roekel aan het eind van het seizoen de beker zal mogen ontvangen. Misschien wordt dit wel het jaar.
LDODK/Rinsma Modeplein: Zijn de dames goed genoeg?
Bij LDODK is het roer om. Het stoppen van Erwin Zwart, Marjolijn Kroon en Femke Faber, en de keuze om niet door te gaan met Gerald Aukes, betekenen het einde van een tijdperk in Gorredijk; van het team dat in 2012/2013 naar debuut maakte in de KL is inmiddels niemand meer actief binnen de selectie. De hele club heeft een nieuwe weg ingeslagen: er wordt overdag getraind, Jan Niebeek heeft een fulltimebaan als korfbalcoach, de tenues en het logo zijn aangepast, en op korte termijn zal ook de “beste korfbalhal van Nederland” de deuren openen. Bijzonder veel nieuwe ontwikkelingen, maar of dit genoeg is om de club voor de eerste keer in haar geschiedenis naar de KL-finale te brengen is nog ongewis.
Afgelopen seizoen beschikten de Friezen over een bijzonder sterke groep heren en over twee voormalig internationals aan de dameszijde. Het niveau van de overige dames was echter beduidend lager en dat werd pijnlijk tegen DVO. Elk van de LDODK-dames heeft - naast specifieke sterke punten - ook duidelijke zwaktes:
- Marlou Kuiper is een goede schutter, maar is verdedigend al jaren instabiel;
- Esmee van Veen is verdedigend uitstekend, maar komt amper tot scoren (vorig jaar slechts dertien doelpunten);
- Rixt Bouma is steunend en verdedigend van waarde, maar komt nauwelijks tot doelpogingen;
- Femke Faber (voorheen Femke jr.) is behoorlijk inconsistent en wisselt vlagen van klasse af met een grote foutenlast;
- Danique Klaren viel na een goede seizoensstart keihard terug en bleek verdedigend enorm kwetsbaar tegen snelle dames.
Een groot deel van deze dames is nog aan de jonge kant en er is dus genoeg ruimte voor verbetering, maar als LDODK echt wil concurreren met teams als PKC en DVO, dan zal er bij de dames meer moeten veranderen dan het inpassen van nieuwe aanwinsten.
Het binnenhalen van Sabine Verhoef en Marije Visser zal het verlies van Kroon en Faber deels verhelpen, maar de andere LDODK-vrouwen zullen stappen moeten zetten om kans te maken op een plaats bij de eerste vier op de ranglijst.
KZ/Keukensale.com: Valt alles dit seizoen op de juiste plek?
Het is lastig om in te schatten waar KZ staat in vergelijking met de topploegen binnen de KL. Er zijn mijn inziens twee oorzaken die het lastig maken om in te schatten waar de Noord-Hollanders nu staan. Aan de dameskant herbergt de ploeg meer dan voldoende kwaliteit om bovenin mee te draaien, maar lijkt het al jaren niet te lukken om alle kwaliteiten tegelijkertijd naar boven te halen. Esther Cordus is de ultieme stabiele factor en ook Nikki Boerhout begint zich te ontpoppen tot sterkhouder, maar de afgelopen jaren wisselen Marjolijn Schenk, Anouk Haars, Zoë Engel en Anna Kriek elkaars sterke fases af met onverklaarbare vormdips. Het wordt interessant om te zien welke dames in de belangrijkste krachtmetingen in het veld zullen staan, maar ook óf het slaagt om minstens vier dames heelhuids en in goede vorm de play-offs in te krijgen.
Aan de mannenzijde heb ik mijn twijfels over het kwalitatieve niveau, zowel aan de bovenkant als in de breedte. Met Marijn van den Goorbergh, Carlo de Vries en Alwin Out lijken er drie zekerheidjes in de selectie rond te lopen, waarbij Out de enige is die op eenzelfde niveau presteert als de beste mannen van PKC, KZ, LDODK en Fortuna. Buiten deze zekerheidjes houdt het niveau van de KZ-heren niet over. Kevin Dik kwakkelt inmiddels een aantal jaar met blessures en komt eigenlijk fysiek tekort als rebounder en verdediger. De teruggekeerde Lars Hoorn is een atypische speler, maar heeft nog niet bewezen van meerwaarde te kunnen zijn op het allerhoogste niveau, en ook over de effectiviteit van zijn schot horen nog de nodige vraagtekens te bestaan. En verder lijkt het erop dat jongens als Onno Bakker en Darren Krook de overige gaten mogen opvullen, maar beiden schieten op eigenlijk alle vlakken te kort voor de play-offs.
Kortom, er moet wel erg veel goed gaan wil KZ de prestaties van het voorgaande seizoen overtreffen. Als alle dames de juiste vorm weten te vinden, Kriek en Dik allebei fit aan de play-offs kunnen beginnen, en Boerhout, Engel en Hoorn zich enigszins doorontwikkelen, dan kan KZ verrassen dit seizoen, maar de kans is groter dat het seizoen wederom een kleurloos einde krijgt.
Mark van der Wijk